Home
1 mei 2009: vertrek
IJmuiden - Dartmouth
naar Isles of Scilly
Isles of Scilly
the Celtic Sea
Cruising Cork
Kinsale-Oysterhaven
naar Union Hall
Castletownshend
Baltimore-Portmagee
Alleen naar Noorden
McDaid vs. Ireland
Zuidwest Schotland
Familievakantie
Hebriden en om Noord
Storm op de Noordzee
Redding door KNRM
Terug op IJsselmeer
Nawoord
English extract
X-Yachting Magazine
Contact
Sitemap

28 mei: Castletownshend

Van Glandore is het een klein stukje varen naar Castletownshend: één baaitje verder, ongeveer vijf mijl. Er was geen wind, de dinghy had ik half leeg laten lopen en op het voordek gebonden. Op de motor naar Castletownshend. Geen boot te bekennen, natuurlijk. Zo is het hier nu eenmaal. Behalve een klein vissersbootje dat netten leeg aan het halen was. Om 11 uur lag ik aan een mooring in de natuurlijke haven van Castletownshend. Het vissertje bleek daarnaast zijn ligplaats te hebben. 


[visser en Tuimelaar, zusterlijk naast elkaar]

What's the catch of the day? Lobster! Laat eens kijken, dan. De visser (mooie verweerde kop, gele oliegoed broek met schouderbanden, wollen trui, geen reddingsvest) liet zich door mij in mijn dinghy ophalen om samen met mij naast Tuimelaar een boeitje te lichten. Daaronder hing een mand met een stuk of tien kreeften er in, waaronder een hele grote en een paar normale. De elastiekjes zaten al om de scharen, dus kennelijk was het een opslagplaats. Ik koos er een uit, betaalde een tientje en kreeg er nog een zak krabbescharen bij. Hoe maak ik hem klaar? Eerst dood maken? Nee, gewoon in koud water opzetten. Maar haal de pootjes er eerst maar af, dat is zo'n gedoe, die eet je toch niet. Ahum, zo'n soort advies had ik jaren geleden ook al eens in Frankrijk gekregen op mijn vraag of het niet wat diervriendelijker zou zijn om ze in één keer in kokend water te gooien. Mais non, je moet ze in koud water opzetten en dan aan de kook brengen, mais tout lentement, hein! Vriend AM, arts, vertelde mij ooit: een kreeft heeft geen centraal zenuwstelsel. Anders gezegd: ze voelen er niets van, hoor!


[Life is tough, when you're a lobster]

 


[Interesting!]

Het lot van een mannelijke lobster lijkt erg op dat van een stiertje in de veehouderij. Op dit bord in Castletownshend wordt uitgelegd dat vissers al sinds de tachtiger jaren een kerfje knippen in de staart van vrouwelijke kreeften. Het is verboden om een vrouwelijke kreeft te vissen. De vrouwtjes moeten worden teruggezet. Zo blijken wij consumenten dus alleen mannelijke kreeften voorgeschoteld te krijgen. (Dat bleek overigens niet voor mijn lobster te gelden. Ze zat vol eieren.)

Hier in Castletownshend begin ik me wel in het holst van Ierland te voelen. Echt afgelegen, je ziet bijna niemand, de mobiele telefoon werkt hier niet. Er staan oude huisjes, restanten van een kasteel en van 18e eeuwse magazijnen, een oud gebouw van de coast guard en twee kerken, waarvan één buiten gebruik geraakt, because some parishioners were drowned going to Sunday service by boats in rough winter seas.


[Castletownshend, waterfront]

Ook hier hebben de gebouwen de kleur van de rotsen en kliffen. Het is dezelfde steen.

Ik vind verder weinig over de historie van dit gebied. Skibbereen, hier vlakbij, is kennelijk een lokale hoofdplaats met als belangrijkste gebeurtenis The Great Famine, een periode van hongersnood van 1845 to 1851, waarvan de Ieren de Engelsen nog steeds kwalijk lijken te nemen dat zij hen niet te hulp zijn geschoten. In Castletownshend lees ik dat hier op het strand tijdens de Famine whales miraculously beached and were subsequently cooked and eaten, helping to save lives. Een troost voor de walvissen. Ik hoop dat mijn lobster er ook zo tegenaan kijkt: helping to save my life

Eerst maar eens even lunchen bij het, in county Cork, wereldberoemde restaurant Mary Ann's, gevestigd door Mary Ann in 1846. Een lekker visje, al lezend in Het Journaal van Bontekoe, hertaald door Thomas Rosenboom. Mooi om te lezen omdat het door Bontekoe zo onderkoeld en feitelijk wordt verteld. Ik vind het al zo spannend om hier de klippen en de baaien te verkennen. Maar ik ben in mijn eentje, met een wendbaar bootje, voorzien van alle kaarten en navigatie apparatuur. Bontekoe voer daar langs verre onbekende kusten, met een groot schip dat bijna nergens aan land kon komen, met een bemanning van 200 man die hij tevreden moest houden, zonder deugdelijke kaarten. En dan, als ze aan land kwamen, was het de ene keer rustig voedsel verzamelen en water zoeken, een andere keer onderhandelen over de aankoop van 15 runderen voor aan boord (levend graag, dan houden ze zichzelf vers), of schieten maar en afwachten met hoeveel man je weer aan boord kon komen. Zo bracht de VOC welvaart naar Nederland. Maar wat een prijs werd daarvoor betaald.

Na de lunch de enige toeristische attractie bezocht: het schildersatelier van Edith Somerville (1858 - 1949), een in Ierland bekende schrijfster die, met een nicht onder het pseudoniem Martin Ross, een aantal boeken schreef. Een veelzijdig mens,


[een veelzijdig mens]

zoals uit het stoffige tentoonstellinkje in het oude gebouwtje blijkt. De familie Somerville had hier een mooi gelegen landhuis, Drishane House (het atelier maakt daar deel van uit), waar nu, sinds twee jaar, weer een Somerville familie woont (de vierde generatie sinds Edith). Maar de tijden zijn veranderd. Geen tuinman, geen stalknecht. Mevrouw Somerville klimt tijdens mijn wandeling door de tuin met blij blozende wangen zelf op de Husqvarna maaimachine. Op het gazon liggen kinderspeeltoestellen in het rond. Als ik door een raam naar binnen kijk in het oude landhuis zie ik versleten houten vloeren en oude meubelen. Vergane glorie. 


[104 jaar oude macrocarpa cipres]

 


[zeezicht vanaf landgoed Drishane House]


[vele generaties stenen rapen en stapelen]

Bij de kerk vind ik het graf van Edith met daarnaast dat van Ross, hoewel Ross veertig jaar eerder overleed. De steen van Edith is een brok graniet.


[tombstone Somerville, tombstone Ross]

Het kerkje hangt vol met plaquettes voor de in verre oorden tijdens oorlogen gestorven leden van de families Townshend en Somerville.


[interieur kerkje]

Het lijkt mij een kerk waar ieder zijn eigen zitplaatsje heeft - en dus ook zijn eigen knielkussentje.


[knielkussentjes]

's-Avonds, een half uur voor hoogwater, vaar ik met de dinghy stroomopwaarts de kreek op. Er is een soort meertje, dat droogvalt met laagwater. Met hoogwater kun je er overheen en bereik je de monding van een riviertje, waar een oude vervallen graanmolen staat. Daar aangekomen zet ik de motor uit en roei het laatste stukje. Ongerept groen. Het riviertje stort zich met valletjes in het meertje. Een familie zwaan zemt rustig rond. Forellen springen aan alle kanten uit het water. Nog nooit zoiets gezien.

 


[graanmolen]


[riviertje mondt in kreek]


[forellen flitsen door en uit het water]


[overwoekerd schuurtje]

 Na terugkeer haal ik de lobster uit de koelkist, waar hij in een puts heeft zitten wachten ... .