1 mei: vertrek Muiderzand naar IJmuiden
Op 1 mei was de grote dag gekomen. De reis van Tuimelaar, mogelijk round Britain, ging beginnen.
Op 28 maart was Tuimelaar te water gelaten bij Marina Muiderzand. Een leuk feestje, waarbij de vroege aanwezigen hebben kunnen zien dat Tuimelaar voorafgaand aan het tewaterlaten even uit het water gevist moest worden. Feitelijk lag ze al drie weken in het water en in die tijd was er door X-Yachts hard gewerkt om alles klaar te krijgen. Omdat ik mijn gasten had gevraagd een donatie te doen aan de KNRM, was de afdeling Huizen van deze vrijwillige redders tot mijn verrassing in vol ornaat aan komen varen in stoere rubberboten om het feest op te luisteren.
[KNRM bezoekt tewaterlating].
Er volgden nog enkele weken van voorbereidingen, paklijsten, allerlei klusjes en het verzamelen van handige apparaatjes en gereedschappen. Hoewel Tuimelaar is voorzien van alle denkbare accessoires (waar ik dan ook al jaren over heb nagedacht), ga ik er toch van uit dat op de eerste reis binnen 24 uur van alles gaat falen. Daarop probeer ik mij dus voor te bereiden: naast de electronische plaatsbepaling en kaartplotter ook de papieren kaarten en steekpasser; een reserve hand-held gps ontvanger; een reserve hand-held marifoon, twee stormzeilen, een parachute anker met 220 meter lijn, water in de watertank, maar ook in jerrycans en flessen, diesel in de dieseltank, maar ook in een jerrycan. Een volledig voedselpakket voor alle uren van de dag. Slaapzakken, maar ook dekbedden voor als straks de familie vakantie komt houden aan boord. Zwemvesten, lifebelts, zeilpakken in alle maten van kinder- tot XL. Een oversized Rocna anker met 50 meter ketting, maar ook een oversized reserve Bruce anker met 5 meter voorloopketting en 50 meter ankerlijn. Een reddingsvlot, een opblaasdinghy, een buitenboordmotor voor de dinghy. Waar moet ik alle troep laten die ik aan boord heb gebracht en, nog erger, wat een boel gewicht komt er bij op een schip dat tot in alle details is gebouwd op gewichtsbesparing. Ik troost mij maar met de gedachte dat een X-41 in een wedstrijd negen man meer aan boord heeft dan ik op mijn solo-tocht. Zoveel kilo's als die negen man wegen heb ik niet aan boord gebracht.
Op 1 mei, dus, gingen we vertrekken. "We" want de familie zou meevaren tot IJmuiden en 's-avonds om een uur of 9 zou Egbert in IJmuiden aan boord komen, die mij op de tocht naar Dartmouth zou begeleiden. We vertrokken echter te laat uit Muiderzand, zodat we met de familie niet verder kwamen dan Loods 6 op het KNSM-eiland. Daar gegeten in de oude KNSM passagiers terminal en daar verscheen toen ook Egbert met twee grote tassen vol zeilkleding.
[Vertrek Tuimelaar KNSM eiland]
De familie zwaaide ons uit vanaf de kade en Egbert nam het roer door het Noordzeekanaal, terwijl ik in de kajuit probeerde enige orde op zaken te stellen. Ik had wel al die spullen aan boord gebracht, maar nog geen tijd gehad om alles uit te pakken en een plaats te geven, laat staan om alle manuals te lezen van al die apparaten en apparaatjes die allemaal wel weer een eigen gebruiksaanwijzing hebben.
We tuften naar de Zuidersluis in IJmuiden en werden tegen middernacht vlot geschut. Op dat moment ontdekte ik dat de marifoon geen stroom kreeg, hoewel die het eerder wel had gedaan. Van X-Yachts had ik een dag tevoren het vrolijke nieuws gehoord dat de bedrading die de computerleverancier had aangebracht een rommeltje was en het nog geen 100 mijl op zee zou hebben uitgehouden, dus dat hadden ze gauw verbeterd. Ik vermoedde dat er toen een los contact bij de marifoon was ontstaan. Heel vervelend. De volgende morgen om 7.15 uur zou de bemanning van de Swan 36 Iskander (de wedstrijd boot waarop ik jaren met veel plezier heb meegevaren) klaar staan om ons uitgeleide te doen en een eerste stukje mee te varen. En vriend GJ zou ons vanaf de steiger uitwuiven. Maar de situatie 's-nachts in mijn slaapzak overdenkend, had ik toch geen zin om voor een drie dagen durende zeetocht zonder werkende marifoon op pad te gaan. Bovendien, Tuimelaar zou pas eind augustus weer in Nederland zijn, dus als het nu niet werd opgelost, wanneer dan wel?
Kortom, 's-morgens vroeg zitten sleutelen en wroeten achter het electronica paneel en inderdaad een los contact gevonden. Gelukkig was er een electricien op de haven die de zaak in orde bracht. Bij dit alles nog even geholpen door de senioren bemanning van Iskander, die langszij was gekomen. GJ was er ook en hielp met de laatste klusjes, waaronder het verkorten van de parachute-ankerlijn van 220 meter tot 190 meter, zodat ik hem beter kon opbergen. Nog even een kopje koffie aan boord van Iskander. Wat was het leuk om haar na vijftien jaar weer te zien. Een nu veertig jaar oude boot, die met liefde is onderhouden, maar die met evenveel liefde door de ruigste zee-avonturen en wedstrijden is gejaagd. Zowel van binnen als van buiten was zij volledig uitgebleekt en gezouten en teruggebracht tot de bare essentials. Wat hadden we veel geklust in en aan die boot en de resultaten van al dat kluswerk waren nog te zien. De B&G klokken, de kastjes, handgrepen en slimme rekjes, alles zat er nog in, maar totaal gesleten en geloogd. En wat een plezier deed het me om tegen de kajuitwand achter een stuk plastic mijn eigen handschrift te ontdekken met de tijden en zendkkanalen van de scheepsweerberichten, die ik daar twintig jaar eerder had opgehangen. De senioren bemanning van Iskander, met glimmende oogjes ("wij vinden het ook nog altijd erg leuk") en zonder reddingsvesten, zag er al even gezouten uit.
Met 4 uur vertraging konden we vertrekken.
Buiten draaide Iskander inmiddels haar rondjes in afwachting van het moment dat wij tussen de buitenpieren zouden verschijnen.
[Iskander voor IJmuiden]
Dat was om 11.35 uur, zoals ik haar bemanning op de inmiddels weer werkende marifoon had laten weten. Egbert en ik hesen buiten de pieren de zeilen, brachten een groet aan de mannen van Iskander
[Een laatste groet van Iskander]
draaiden nog een rondje en zetten koers langs de Nederlandse kust naar het Zuiden.