Crosshaven
Crosshaven is het zeilerscentrum van de baai van Cork, misschien wel het zeilerscentrum van heel county Cork en sommigen zeggen: van heel Ierland. Maar het is maar een klein plaatsje gelegen aan de Owenboy River. De jachten liggen op de moorings in de rivier en voor een deel in de marinas.
In Crosshaven heb ik alle marinas bezocht: eerst de Royal Cork Yacht Club Marina, die mij vooral aantrok omdat ze alle faciliteiten, waaronder douches, zouden hebben. Bij het aanmeren 's-morgens werd ik geholpen door een fransman van een kanariegeel jacht "Cool Daddy". 's-Avonds ging ik een kop koffie bij hem aan boord drinken. Hij bleek samen met zijn Franse/Afrikaanse vriendin al twee jaar aan boord van deze 26 jaar oude boot te wonen. De boot was weliswaar gebouwd als een seriejacht van Jeanneau, maar daar was niets meer van te zien. De kuip was vrijwel geheel omsloten door een soort zelfgebouwde tent. De kajuit had meer iets van een hut, tevens bibliotheek, keuken en woonkamer. En navigatiecentrum. Stuurboord achter was een kooi (de slaapkamer van het stel), maar bakboord achter was alles weggesloopt. Dit was een soort schuurtje geworden, waarin een fiets stond, tevens werkplaats en berghok. De punt van de boot was vrijwel geheel gewijd aan de kolossale ankerketting. Jerry wilde wel rustig kunnen slapen als hij voor anker lag, vandaar. Dit stel had alle vaste banden met het land verbroken. Zij wilden de rest van hun leven blijven zeilen. Zij kon kennelijk makkelijk banen krijgen (haar Engels was uitstekend) en soms bleven ze ergens een tijdje liggen, zodat zij wat geld kon verdienen. De afspraak was: wat zij verdient is voor hun leven, wat hij verdient is voor de boot. De boot was voortdurend in verbouwing en daarvoor hadden ze zich nu een weight-watching program aangemeten: iedere kilo die aan boord werd gebracht moest er in een andere vorm weer af. Dit had er toe geleid dat voor het intimmeren van nieuwe boekenplanken het hout was gebruikt van de deur van voornoemd schuurtje. Een erg aardig stel. Ik kreeg goede tips voor Schotland, waarvan ik mij in ieder geval voorneem er twee op te volgen: een bezoek aan de 'remotest pub of the UK, only accessible by foot or boat' in het plaatsje Inverie aan Loch Nevis, en een bezoek aan een restaurant op Colintrane Point bij het Isle of Bute. Hier zou ik voortreffelijke lokale langouste kunnen krijgen.
De volgende morgen bleken de douches nog niet open, dus ik had net zo goed direct kunnen aanleggen bij de Crosshaven Boat Yard Marina, waar ik mij voor 9 uur naar toe begaf. Op deze werf, die er zeer sleets uitzag met een aantal open loodsen die op instorten leken te staan, was 45 jaar geleden Gypsy Moth IV gebouwd, het jacht waarmee Sir Francis Chichester als eerste singlehanded en non-stop de wereld rond zeilde. X-Yachts had mij naar deze werf verwezen, want hier zou men mijn ankerprobleem kunnen oplossen. Ik ben er al achter dat je in Ierland even verder moet kijken dan de uiterlijke schijn, want op deze werf "gebeurde het" voor wat betreft de serieuze watersport. Er werd zeer professioneel geklust aan allerlei raceboten door experts van alle disciplines: riggers, steelworkers, engineers. De werfbaas, Matt, was zeer behulpzaam. De nieuwe dinghy had hij al besteld en die was al onder weg. Maar voor het werk aan het anker werd ik naar de volgende marina verwezen, Salve Marina, waar een Nederlander, Wietse, een staal workshop had. Inmiddels waren broer Joost en vader geland op Cork en zij kwamen aan boord. Toen naar Wietse. Dit bleek een soort kapitein Haddock te zijn, geboren in Amsterdam (Gerard Doustraat), maar eigenlijk toch ook een Fries.
[Wietse met een gepolijst stuk roestvrijstaal]
Het was een georganiseerd rommeltje op zijn terrein. Ik wist niet zeker of ik mijn uitgebalanceerde racer wel aan zijn grove handen kon over laten. Maar de schade werd deskundig opgenomen en men had meteen een plan van aanpak voor dit common problem. Ik heb het er dus maar op gegokt. Maar eerst een paar dagen zeilen met Pa en Joost.