Home
1 mei 2009: vertrek
IJmuiden - Dartmouth
naar Isles of Scilly
Isles of Scilly
the Celtic Sea
Cruising Cork
Baltimore-Portmagee
Alleen naar Noorden
McDaid vs. Ireland
Zuidwest Schotland
Familievakantie
Hebriden en om Noord
Met storm naar Rum
Skye en Scalpay
Onrust op de Shiants
Storm bij Cape Wrath
Storm op de Noordzee
Redding door KNRM
Terug op IJsselmeer
Nawoord
English extract
X-Yachting Magazine
Contact
Sitemap

Op weg naar Skye, Cuillin Mountains en Scalpay

De volgende dag is het alweer woensdag. Ik heb nog een etmaal om Scalpay te bereiken waar ik Koen om 12 uur in de haven verwacht. De afstand naar Scalpay is 70 mijl, maar ik wil ook nog Skye bezoeken. Dat kan alleen nog maar een heel kort bezoek zijn, wat natuurlijk geen recht doet aan Skye. Maar ja, ook in een sabbatical heb je niet voor alles tijd. Ik lees mijn gidsen door om te bepalen welke van de vele unieke natuurschonen van Skye ik zal bezoeken. Het wordt Loch na Cuilce, een kleine poel van waaruit je, zo begrijp ik uit mijn gids, recht tegen het graniet van de Cuillin Mountains opkijkt. Het ligt net tegenover Rum, 10 mijl varen, dus het is een goede start op de weg naar Scalpay. ‘s-Morgens om tien voor negen vaar ik Loch Scresort uit en laat Rum achter me verdwijnen in de heiïge lucht en de grijze wolken die er vrijwel steeds boven hangen. Het regent pijpenstelen. Windkracht 5. Stroom mee.

Na anderhalf uur varen nader ik de baai. Een halve mijl uit de kust start ik de motor en strijk ik de zeilen. Hier is precisie navigatie vereist, want de routebeschrijving luidt ongeveer als volgt:

Probeer de rots Eilean Reamhar te vinden en blijf 90 meter ten oosten daarvan. Dan vaar je precies door een vaarwater, want nog eens 90 meter meer naar het oosten liggen rotsen onder water. Hetzelfde geldt voor de volgende rots, Sgeir Dogich. Houd dan 20 meter ten westen van Eilean Glas aan. Als je de rots die ten westen van je ligt kunt zien, doordat deze boven water steekt, dan kun je er aan beide kanten langs … .

Ik voer heel zachtjes een prachtig klein baaitje binnen. Het regende nog steeds hard, maar wind was hier niet. Er lag één mooring, vlak naast de rotsen, waar ik Tuimelaar aan vast maakte. Motor uit. Volstrekte stilte.


[Op de mooring, vijf meter van de rotsen van Loch na Cuilce]

Behalve dan het geluid van de waterstromen die aan alle kanten langs de zwarte granieten wanden naar beneden stortten.

 
[Torrent mondt uit in Loch na Cuilce]

Op de rotsen, misschien tien meter verderop, lagen zeehonden. Ik keek naar hen. Zij keken naar mij. En even verder kijkend zag ik er nog meer liggen. Er waren er zeker twintig op de rotsen rond de poel.


[Zeehonden achter het stuurwiel in Loch na Cuilce]


[Drie zeehonden in Loch na Cuilce: "wat moet u hier?]

Ik voelde me enigszins een verzopen kat en daalde af in de kajuit. Even het zeilpak uit, kacheltje aan, en weer eens zo’n heerlijk kopje cappuccino. Het was een bijzonder moment. Op dit stille plekje, tussen het ruige gebergte, omgeven door zeehonden en geïsoleerd door een regengordijn. Opeens voelde ik de boot heftig bewegen. Wat was dat nou? Hoe kan dat in dit stille baaitje? Ik keek naar buiten. Daar kwam opeens een toeristen motorbootje aangevaren. Op het achterdek, onder een luifel en met regenponcho’s aan stond een achttal toeristen, die ongetwijfeld veel voor dit exclusieve tochtje betaald hadden. “Misschien zien we wel zeehonden” had de kapitein vast gezegd. Maar die waren nergens meer te bekennen na het motorgeweld waarmee de boot de baai in was gevaren.

Na een half uur vervolgde ik mijn tocht.


[Ik verlaat Loch na Cuilce, de baai is rechts van het midden, achter de lage rotsen]

Het klaarde iets op, terwijl ik mij weer een weg baande langs de uit zee oprijzende rotsen.


[Langs de ingang van Loch Scavaigh]


[Graniet, graniet, graniet, duizend meter omhoog]

Met matige wind, wisselend in kracht en richting (“cyclonic 2 to 4” zou ik denken dat dit heet) zeilde ik langs de zuidkant van Skye. De enige boot die ik tegen kwam heb ik gefotografeerd.


[kreeftenvisser haalt zijn netten op, zuidwesten van Skye]

Tegen de avond bereikte ik de vuurtoren op de zuidwestelijke punt, Neist Point, waar ik op de hoge basaltrotsen wandelaars zag staan. Ik keek naar hen, zij keken naar mij. In de verticale basatlwanden onder hun voeten, zitten ontelbare vogelnesten. Je ziet het aan de witte plekken. Op de foto hieronder, net rechts van het midden en vlak boven het water, zie je een meeuw als een straaljager rechtstandig het water in duiken.


[Skye, wandelaars Neist Point, duikende meeuw]


[Skye, Neist Point Lighthouse. Op de linker rotspunt staat een man.] 


[Zie je hem staan? Kijk anders maar op de volgende foto}


[Skye, wandelaar op hoge rots]

Er stond ook nog een schaap. Hij keek niet.

 
[Skye, basaltwanden. Schaap is er nog niet afgewaaid]

Nu zette ik koers naar het noorden. Ten westen van mij, vijftien mijl verderop, zag ik het licht van de zon langzaam verdwijnen achter de wolken die als een soort hoeden boven de Buiten Hebriden (Outer Hebrides) lagen: Barra, South Ulst, Bebecula, North Ulst.


[Twee maal zicht op de Outer Hebrides, bedekt door wolken, bij ondergaande zon]

In de schemer zag ik een groot schip. Voer het wel? Waar ging het naar toe? Gek, geen boordlichten of stoomlichten. Dichterbij zag ik dat het echt een groot schip was. Een marineschip. Maar dat is toch onmogelijk, dat die geen lichten voert! Echt gevaarlijk. Ik schreef de identificatie naam van het schip op: A385 en besloot een klacht naar de Royal Navy te sturen.

Dear Sirs,

On Wednesday 26 August 2009, around 9pm UK summertime, navy vessel A385 crossed my path in the Little Minch, west of North Ulst, position approximately 57.40N 006.45W. I was amazed to observe, for at least half an hour, that this vessel was not carrying any lights. I think this is dangerous and inappropriate and for that reason I am herewith complaining. I recommend severe disciplinary measures against the ship’s commander. Yours sincerely … Dutch yacht Tuimelaar

Ik heb de klacht nog niet verzonden, want een email adres voor dit soort klachten is op de website van de Royal Navy niet te vinden. Wel veel email adressen om je als recruut aan te melden. Op internet ontdekte ik later dat het ging om het bevoorradingsschip RFA Rosalie, een groot schip, met hangars en helicopters aan boord. Website RFA Rosalie: http://www.royalnavy.mod.uk/operations-and-support/royal-fleet-auxiliary/rfa-flotilla/fleet-replenishment-ships/rfa-fort-rosalie/photo-gallery/*/changeNav/00h00100500800e007007/imageIndex/38/

De wind was nu iets toegenomen en rond half elf bereikte ik de verkenningston voor East Loch Tarbert, South Harris. (Ja! Alweer een Loch Tarbert. Het stikt van de dubbele geografische namen in Schotland.) Het was nu echt donker dus ik moest de lichten van tonnen en lichtenlijnen identificeren om de laatste paar mijl het Loch in te varen. Om in de door mij uitgezochte haven, Scalpay, North Harbour, te komen was de snelste route tussen een aantal onverlichte rotseilanden door. Dat vond ik toch een beetje te gevaarlijk, ook al had de GPS navigatieapparatuur tot nog toe altijd op enkele meters nauwkeurig mijn positie in de kaart aangegeven. Dus ik voer een langere route om een eilandje heen waarop wel een licht stond. Daarna draaide ik, inmiddels op de motor met gestreken zeilen, naar het oosten om in de beschutte en rustige baai de ingang naar de kleine havenmond van Scalpay te vinden. Ik voer heel langzaam en met een lantaren stond ik op het voordek in het water en voor de boot te schijnen. Lagen er geen onverlichte boeien? Of een bootje voor anker? Of kwam ik te dicht bij de viskooien die hier volgens de kaart lagen? De lantaren wierp zijn schijnsel niet verder dan een meter of twintig vooruit, dus ik voelde me wat onzeker. Maar het ging goed en om tien over elf kon ik het anker laten vallen in een heel rustig baaitje. Ik was de enige. Er was een piertje waar een paar kleine vistrawlers aan lagen, maar dat was duidelijk niet bedoeld voor jachten. Daar was ook geen plaats voor. Ik ging heerlijk slapen en de volgende morgen zag ik hoe mooi en ontspannen het baaitje er bij lag. En hoe dicht ik ’s-nachts langs de rotsen bij de smalle ingang was gevaren. Rond het middaguur stond zwager Koen goedgemutst, maar iets onzeker op de pier. Ook hij had een lange taxirit achter de rug en was van zijn locale taxichauffeur weer veel te weten gekomen. Aan de stelling van mijn taxichauffeur “in Scotland a sunny day is a bonus day” konden wij nu het adagium toevoegen: ”in Scotland we have four seasons in every morning.” Bovendien wisten wij nu dat hier, nog geen honderd meter van ons vandaan, de moeder van Donald Trump woonde. Hij was haar vorige maand nog komen opzoeken.