1 en 2 juni: via Blasket Sound naar Smerwick Harbour
Het is toeval, maar ik kom precies op het goede moment bij de Blasket Sound aan. De stroom begint net naar het noorden te lopen als ik tegen 7 uur 's-avonds de sound binnen zeil. Ik kruis de sound door, mij een weg banend tussen de uitlopers van de eilanden en de rotsen in zee. Met de GPS plaatsbepaling en de kaartplotter gaat het allemaal heel precies en netjes. En ook omdat het zulk rustig weer is, natuurlijk. Bovendien heb ik inmiddels de werking van de "tack" functie van de autopilot ontdekt. Ik toets de action knop "tack" in; hij vraagt "are you sure you want to tack?"; ik zet de cursor op "yes" en wacht op het goede moment; neem de bakboord en stuurboord genua schoten in mijn handen; druk "yes" in en de boot draait vanzelf door de wind, terwijl ik alleen de ene schoot hoef te vieren en de andere aan te halen. Een fluitje van een cent, zowel met licht weer als, naar later blijkt, met zwaar weer. Ik kijk mijn ogen uit naar de verlaten heuvels van het land rond Blasket Sound. Er staan wel huizen, maar het maakt allemaal een erg desolate indruk. In mijn gids lees ik dat het dorpje op Great Blasket Island sinds 1954 niet meer wordt bewoond. Alleen wat vakantiehuizen zijn nog in gebruik. De zon begint te dalen.
[Blasket Sound]
[Great Blasket Island]
Ik rond de kop van het Dingle Peninsula. Hier rijst een indrukwekkende klif meer dan honderd meter op uit het water. Ik heb alle gelegenheid om een kipfilet met gebakken aardappels te maken, terwijl ik deze klif, Sybil Head, langzaam nader. Ik ben er nog mijlen van weg, maar hij lijkt vlakbij. De laag staande zon straalt goudgeel licht op de vlakke rotswand. Ik probeer foto's te maken, maar ik denk niet dat op de foto's de dimensie van deze rotswand is weer te geven. Ook voor mij is het moeilijk te zien hoe dicht ik er bij ben, maar omdat het zo rustig is durf ik steeds dichter bij te komen. Als ik de rotsen tot zo'n 150 meter ben genaderd vind ik het welletjes. Ik probeer met een foto waarop Tuimelaar en de rots te zien is iets van de hoogte weer te geven.
[Sybil Head]
[vlak naast Sybil Head, 100 meter omhoog]
Ik maak weer een slag de zee in en krijg zo zicht op de volgende drie bergtoppen aan de kust: the Three Sisters, ieder ook 100 meter hoog, met op de achtergrond één van de hoogste bergen van Ierland, Brandon Mountain (949m).
[the Three Sisters in avondlicht]
Direct daarna is er een grote natuurlijke baai, Smerwick Harbour, met verschillende ankerplekken, al naar gelang de wind staat. Bij ondergaande zon laat ik mijn anker vallen aan de hoge wal in het noord-oostelijk deel van de baai.
[vanuit Smerwick Harbour naar zee, links één van de Three Sisters]
[Dezelfde foto, de volgende morgen]
Ook hier een desolaat gevoel, al staan er wel enkele huizen en rijdt er een enkele auto.
[Smerwick Harbour in de morgen]
Het is moeilijk voorstelbaar dat deze verstilde baai eind 16e eeuw het decor vormde voor een slachtpartij. 600 Spanjaarden en Italianen hadden er een oud fort bemand, maar werden bevochten door een Engelse vloot, versterkt met 800 soldaten te land. Hoewel de Spanjaarden en Italianen zich overgaven werden allen onthoofd en werden hun hoofden in zee gegooid. Ik heb een rustige nacht.
Ik ga hier niet aan land, maar vervolg direct na het ontbijt mijn tocht naar het noorden. Als ik de baai verlaat ligt er een vissersbootje netten te controleren vlak onder de derde Sister. Dit helpt misschien om de dimensie op de foto te laten zien. Het is het piepkleine witte streepje onderaan de berg.
[Third Sister met vissersboot]